Bierkaai
Met het narrige stukje van vorige week over de Bierkade, waarin Jack verdwaald leek te zijn in zijn eigen buurt, vecht hij feitelijk tegen de bierkaai. Dat vindt ook meneer Weterings en die heeft er voor doorgeleerd, want hij is stedebouwkundige. In zijn mail aan ‘nul72’ komt hij tot de volgende (verkorte) conclusie:
?De herinrichting van de Bierkade betreft ook mijn buurt en door mijn werk is het zelfs mijn geesteskind geworden. Ik voel hetzelfde als de man op het bankje in uw stukje en ik voel me gefrustreerd over het resultaat. Het ontstaan van het ontwerp voor zo’n plek in onze leefomgeving komt naar mijn mening recht uit het hart van ontwerpers en bewoners omdat zij een buurt kunnen voelen en beleven. Maar in onze mooie poldersamenleving is het helaas zo dat iedereen zijn of haar plasje over een visie mag doen en vanaf dat moment verwordt zo’n visie tot een opleukplaatje. Het begint met een handvol techneuten die elke straat volgens hun normenboekje gaan inrichten. Alles heeft een minimum maat en elke gebruiker moet zijn eigen vakje of strookje krijgen, het liefst afgezet met zoveel mogelijk borden, paaltjes, witte verf en eigen type wegverharding.
Vervolgens bemoeien boekhouders zich met die visie, want uiteraard mag dat alles niks kosten. Mooie materialen? Zonde van het geld. We zijn een sober volkje, wars van opsmuk.
Dan zijn er nog de wijkraden. Ofwel een volgend plasje van de Stichting-Eigenbelang, want iedereen wil rust en parkeren voor de deur, maar geen auto’s van elders. Mannetjes en vrouwtjes die in hun vrije tijd praten over hun wijk, maar zelden namens de bewoners omdat het draagvlak ontbreekt.
Tenslotte lopen er dan nog politici rond zonder ook maar enige vorm van opleiding in het vak, maar wel met een mening want gekozen door het volk?
Dat overkwam de herinrichting van de Bierkade. De nieuwe Friese Brug zal het volgende voorbeeld zijn en de Berlijnse Woontoren aan de Schelphoek was er bijna een.
Soms gaat het wel goed en leeft de hele omgeving op. De nieuwe Laat en het Ritsevoort zijn in mijn ogen een feest voor de stad.?
Enfin, tot zover de mening van een Alkmaarder die zich, ondanks de bierkaai, gelukkig toch nog kwaad wil maken.