Van Toen en Nu 10
Ze keerde zich naar de kooi en tikte tegen het voorbakje. ‘Poppie…’, bedelde oma zoet gevooisd. ‘Zeg es: Waar ga je naar toe?’
De parkiet hield zijn kopje schuin op een intelligente manier alsof hij wilde deelnemen aan het gesprek, maar besloot er vanaf te zien en zakte terug met zijn knappe kop tussen zijn schouders.
‘Zeg es: Waar ga je naar toe…?’, probeerde ook Magda hem aan de praat te krijgen, maar op haar reageerde hij als een steen op een liefkozing. Ze drukte haar wipneus tegen de tralies en maakte geluiden als: ‘Trrrit-Trrrit’ en ‘Kirr-Kirr’, door het puntje van haar tong tegen haar boventanden te laten vibreren. ‘Normaal kletst-ie de radiozender van z’n golflengte’, zei ze narrig, ‘maar nu even niet’.
‘Poppie’, fleemde omi, ‘Kom, zeg es: Waar ga je naar toe?’.
Het bleef stil in de kooi, waar de parkiet nu zijn snavel begon te slijpen aan een kaal takje dat dienst deed als herinnering aan zijn oorspronkelijke biotoop.
‘Hij doet ‘t niet op commando’, probeerde Jack het op te nemen voor de mislukte artiest.
‘Hij verdomt ‘t’, moest nu ook oma toegeven.
‘Trrip-Trrip’, hield Magda aan. ‘ Waar Ga Je Naar Toe?’.
Haar hele missie van die avond leek te smoren in de koppigheid van een kleine vogel in een hele grote kooi. Maar haar oma bood een uitweg. ‘Waarom laat je je vriend niet even de rest van het huis zien’, stuurde ze.
‘Het is M’N vriend niet’, viel ze uit tegen haar oma, gefrustreerd over het zwijgen van haar gevederde huisgenoot.
Het leek geen verschil uit te maken voor haar oma, want ze zei bedaard: ‘Och, wat niet is, kan nog komen’. Haar dwalende blik zocht naar haar kleindochter. ‘Je kunt ’em even zo goed wel het huis laten zien’.
‘Wil je dat?, vroeg Magda hem door de tralies heen.
‘Kunnen we doen’. Hij was blij even verlost te zijn van de gekoppelde visioenen van haar
oma.