vakantieliefde

‘De eerste week voelde ik me helemaal niet tof. Ik heb nog met m’n eigen huisarts gebeld en wat bleek, ik had een blaasontsteking. Er zat bloed in m’n pies en m’n dokter wist meteen wat eraan mankeerde. Dus lag ik daar vijf van de tien dagen op een Grieks hotelbed. Prachtig weer buiten en ik maar pillen slikken…’.
‘En Paulien?’.
‘Die hield zich groots. Zij kwam op de gedachte om dan maar samen terug te vliegen. Daar hadden we al een afspraak over met de reisorganisatie…’.
‘Wat lullig allemaal…’.
‘Maar kind, ik werd steeds zieker. Pas toen ik weer met m’n huisarts belde en hij me zei met die pillen te stoppen, knapte ik meteen op. Nou ja, en in die laatste week hebben we zoveel meegemaakt. Ik ben stapelverliefd geworden op een Italiaantje…’
‘Een Italiaantje…?’.
‘Ja, hij was daar met een groep vrienden. Wij zaten te eten in een restaurantje bij de haven. Je kent dat wel, met een boulevard ervoor. Zij kwamen ook binnen en toen onze ogen elkaar troffen was het net alsof het plafond naar beneden kwam. Ik was meteen helemaal van de kaart. En hij ook, want we hebben de hele avond naar elkaar zitten loeren. En toen ben ik op hun tafeltje afgestapt en zijn we eigenlijk de rest van de week bij elkaar gebleven… Hij heeft zo’n mooie kop… en dan die ogen…’.
‘Maar ‘t is wel een vakantieliefde, toch?’.
‘We sms-en de hele tijd met elkaar. En begin oktober ga ik naar ‘m toe…’.
‘Jij durft. Hoe oud is-ie eigenlijk?’.
‘Tweeëntwintig’.
‘Wat een jonkie’.
‘Ach, ze weten nog niet zo goed wat ze doen, maar ze doen ‘t wel de hele nacht”.
‘Wat zeg je dat grappig’.
‘Heb ik uit de Viva. Eigenlijk is ‘t een uitspraak van Madonna, maar hij slaat ook op Lorenzo’.
‘Lorenzo… Heet-ie zo?’.
‘Ja’.

Back To Top