Terug
Voelt een mens zich anders nadat-ie, na een geslaagde operatie, z’n gezondheid heeft teruggekregen? Die vraag wordt nu zo vaak gesteld, dat hij zich onwillekeurig afvraagt wat er mis was met z’n ouwe ik. Toch is alles wel een beetje veranderd. Niet dat-ie zich vanaf nu nooit meer zal opwinden over futuliteiten. Hopelijk niet, want een carriére als Volmaakte Volwassene ligt hem niet. Wel beseft hij nu meer dan ooit wie er allemaal om hem geven. Zo wordt hij bijvoorbeeld uit de Duitse kliniek, waar de ingreep plaatsvond, opgehaald door een goeie vriendin die hij al vijfdertig (!) jaar kent en die al die jaren z’n nukken en tekortkomingen heeft verdragen (en hij de hare, maar dit tussen haakjes). Hij zit naast haar in de auto als-ie Alkmaar binnen komt over de Vondelstraat. En daar rijdend legt hij zijn hand op haar knie. Zomaar omdat tot hem doordringt wat ze altijd voor hem heeft betekent. En dan denkt hij ook aan al die anderen die net zo zijn geschrokken als hijzelf toen ze hoorden dat-ie ziek was en dicht om hem heen gingen staan, alsof ze hem wilden beschermen tegen alle kwaad van de wereld en ook aan iedereen die heeft meegeleefd tijdens zijn ziek-zijn. Daar zittend in die auto dringt dat haarscherp tot hem door, veel scherper dan voorheen. Zijn greep op haar knie verstevigt zich en dan zit hij daar zomaar opeens met tranen in zijn ogen omdat-ie nog steeds een beetje labiel is en de emoties bij het minste of geringste los komen. Hoewel, zo gering is het juist niet dat hij zich realiseert hoe belangrijk z’n omgeving voor hem is en wie dat zijn. De vriendin kijkt hem aan. ‘Moet je huilen?’, vraagt ze verwonderd. Maar hij kan even niet uitleggen wat hem mankeert.
‘Ach, laat maar’, zegt hij. ‘Hier zit een sentimentele ouwe man..’