Strelen
Jack zat in het Heuse Bruine Café na te genieten van een drukke koopavond. Hij had z’n lievelingsstekkie betrokken -het korte eind van de bar, rug tegen de muur en lekker dicht bij de deur- en overzag het gekrakeel om hem heen. Het liefst had hij een glas wijn besteld, maar vanwege de kwaliteit ervan (waarom is café-wijn meestal niet te drinken in dit polderland?) besloot hij een biertje te nemen.
Opzij van hem, aan de hoge tafel, probeerde een juffrouw een andere juffrouw te versieren en bij gebrek aan beter raakte hij geïnteresseerd in hun gesprek.
‘…met mannen heb ik dat niet’, ving hij op.
‘Heb je dan wel eens iets met mannen gehad?’, hoorde hij vragen. Hij keek steels opzij en zag dat ze elkaars hand vasthielden. ‘Ik vind ze vaak zo simpel’ .
‘Ik heb vroeger een tijdje met een man samengewoond, ja’, antwoordde de ondervraagde.. ‘Maar ik vond ‘m zo pover in bed. ‘s Morgens porde hij me met dat harde ding van ‘m in m’n rug. Ik was nog niet eens goed wakker…’, klonk het verontwaardigd.
‘Ze zijn vaak zo oppervlakkig’, zei de vraagster. ‘Als ik verliefd ben wil ik graag de diepte in met iemand. Hoe heb jij dat?’
‘Het duurt heel lang voordat ik me aan iemand overgeef’, hoorde hij de ondervraagde zeggen.
Een deel van het gesprek ontging hem nu omdat er mensen binnenkwamen die een luidruchtige begroeting met hun vrienden begonnen.
Jack nam een teug van zijn bier en keek zo neutraal mogelijk opzij, waar de juffrouw die-de-diepte-in-wou haast begon te krijgen en alvast de hand van de andere juffrouw begon te strelen. ‘ …en is het voor altijd?, hoorde hij haar zeggen.
‘Ik weet ‘t niet’, zei de gestreelde. ‘Ik ben nogal eens teleurgesteld. Je investeert je hele hebben en houwen en uiteindelijk blijf je met lege handen achter’.
‘Waarom gaan we hier niet weg?’, stelde de streelster voor. ‘We kunnen zo naar mijn huis gaan…’
‘Wil je dat…?, aarzelde de gestreelde. ‘Misschien komt Monica nog…’
‘We wachten toch niet op Monica..? Ik heb Monica trouwens nooit gemogen’.
‘Waarom zeg je dat nou?’, zei de gestreelde licht geschokt. Vanuit zijn ooghoek zag Jack hoe ze haar hand ineens onder die van de ander wegtrok.
‘Nou ja… Ik mag Monica wel, maar ik vind haar vaak zo afstandelijk’, zei de streelster, die ineens niets meer te strelen had. ‘We kunnen toch alvast naar m’n huis gaan? ‘t Is helemaal niet zeker of ze komt’.
‘Ik weet niet…’, deed de ander vaag.
‘Geef me je hand eens terug?’
‘Nee, hij wordt zo klam als je ‘m vasthoudt’. Ze begon hem omstandig droog te wrijven met haar andere hand, ook goed tussen haar vingers, alsof ze zich ergens van wilde ontdoen.