Smeltkroes
In de klas van Jack’s dochter wemelt het van de nationaliteiten. Die kinderen komen uit landen als Burundi, Marokko, Irak, Polen en Koerdistan. En dan heeft hij vast nog wel een paar van die exotische oorden vergeten te noemen. Haar eerste school was van onversneden witte snit. Daar was hooguit een geadopteerd Colombiaantje te vinden, maar verder ontbrak het daar aan kleur. Dit ‘mankementje’ is op de school van dit ogenblik ruimschoots goed gemaakt. Aanvankelijk was zelfs de meerderheid van haar klas gekleurd en had ze de grootste moeite om zich aan te passen aan al die cultuurtjes. En nog, nu in haar derde jaar, kan ze soms stomverbaasd thuiskomen en opmerken: ‘Weet je! Hakim is geboren in een maisveld.’
‘In een maisveld’, herhaalt haar vader even stomverbaasd.
‘Ja, z’n familie was op de vlucht. En toen werd hij geboren in een maisveld.’
Of ze vertelt over Ibrahim uit Somalië, die z’n halve familie verloor tijdens een boottocht.
‘En onderweg zijn ze ook nog beroofd.’
‘Beroofd waarvan?’
‘Ja, ze hadden geld bij zich. Toen kwam er een andere boot langs. Dat waren piraten en die pikten al het geld in.’ Ze meldt het alsof ze het in een spannend televisieprogramma heeft gezien.
‘Vertellen ze daarover?’
‘Ze vertellen niet alles’, weet ze. ‘Het ergste krijg je niet te horen.’
‘En vertel jij ze dan hoe het er hier aan toe gaat?’
‘Ze zijn altijd heel verbaasd als ik zeg dat ik nooit geslagen word. Ben jij nog nooit geslagen?, herhalen ze dan. Dat kunnen ze niet geloven?’
‘Misschien moeten wij daar ook es mee beginnen’, oppert haar vader enthousiast. ‘Om de verschillen niet groter te laten worden.’
‘Als je dat maar uit je hoofd laat’, zegt ze fel.