Schoorl (1)
Lang geleden toen hij nog jong en driest was, bracht Jack’s tomeloze nieuwsgierigheid hem in verre en ruige uithoeken van onze planeet en dan vooral NIET in georganiseerd verband. Hij weet ook nog goed wat hij toen dacht. Hij dacht, later als ik oud ben ga ik wel op onderzoek uit in de Achterhoek, op de Friese wateren of naar mijn Zeeuwse wortels. Want dat was hem allemaal veel te dichtbij en niet spectaculair genoeg.
Nu zit hij al drie dagen in een hotel in Schoorl. Ze zijn met z’n drietjes; hijzelf en twee boeken. Het ene boek heet De Vliegeraar van Khaled Hosseini en het andere Ernestina van Rentes de Carvalho. Allebei zijn het aanraders.
Hij slaapt veel, leest veel en wandelt veel. Onderwijl kijkt hij met frisse ogen (lees het stukje van volgende week) naar Schoorl en ziet dingen waar hij anders, als hij er even moet zijn, overheen kijkt
Achter het hotel ligt het breedste duingebied van heel Nederland, zegt het kleine informatiecentrum aan het begin van alle uitgezette wandelpaden; het Ganzeveldtraject, de Duivelsbosloop, de Jubileumroute en de Berekuilwandeling. Hij besluit z’n eigen pad te volgen en prompt verdwaalt-ie. Je hebt van die types, altijd eigenwijs.
De lucht staat naar regen, soms valt er een spat en het hele duingebied is leeg van mensen. Waar heb je dat nog in ons landje en ook dat je er nog kunt verdwalen. Hier en daar komt hij paaltjes tegen met gekleurde pijlen van de eerder genoemde wandelroutes. Hij zou die paaltjes het liefst een hele of een halve slag draaien. En dan tegen iedereen willen zeggen (bij deze), ga eens wandelen in de Schoorlse duinen bij een laaghangende bewolking waar af en toe wat neerslag uit valt. Daar kun je nog heerlijk verdwalen.
En als je dan, moe en verkleumd, de bewoonde wereld weet terug te vinden, wacht daar in het hotel een sauna, een zwembad, een goed glas wijn en een mooi boek. Misschien een boek over een ver land. Wie niet jong is moet slim zijn.