Ruzie
Met deze gure januari-dag komt het niet meer goed. Het regent pijpestelen en het waait stevig en tot overmaat van ramp krijgen Jack en zijn vrouw flink ruzie. Allebei zijn ze niet in goede doen vandaag en dan liggen de meningsverschillen op de loer. Ze springen tevoorschijn uit hun schuilhoeken, waar ze zich weken verborgen kunnen houden om op een regenachtige dag ineens hun boze gezicht te laten zien. De redenen zijn diffuus en het zoeken ernaar vrijwel ondoenlijk. Maar een feit is dat ze de dag beginnen met kwaaie koppen terwijl de regen in grillige banen over het glas van de ramen naar beneden druipt, eerst langzaam maar als de druppels onderweg genoeg water verzamelen ineens heel snel.
Natuurlijk hebben ze allebei gelijk, vinden ze. Maar na een uurtje komt het hem voor dat eerder de ander gelijk heeft en na nog uurtje komt hij ergens in het midden bij de waarheid uit. Mogelijk is er helemaal geen waarheid, alleen een verschil in karakter.
Er moet ook nog gewerkt worden en daarna is het zomaar een uur of vijf. De wind is zelfs in kracht toegenomen, nog altijd tikt de regen tegen het vensterraam en buiten begint het nu te donkeren. De ruzie is inmiddels afgebakend en het is nu nog slechts een kwestie wie het eerst weer normaal gaat doen. Ik niet, weet hij zeker. Ik ben altijd de eerste die het bijlegt, mokt-ie na. Laat mevrouw Troela het nu maar eens doen. Enfin, ook nu weer is het hun dochter die de verhoudingen vlot trekt. Het gezinsleven moet blijven draaien, daar kom je niet onderuit. De eerste zinnen die worden gewisseld zijn van praktische aard. ‘Heb je dit…? Ga je dat?… Denk om zus… Doe dan zo…’ Het is net een klein bedrijfje, waar stakingen niet zijn toegestaan. Ze zijn met z’n drietjes en ze horen bij elkaar, beseft hij. En dus wordt het weer goedgemaakt, pas heel laat en tussen de lakens. Daarna kruipt hij lepeltje-lepeltje weg achter Fort Billo.De regen striemt nog steeds tegen de ramen, maar het dak lekt niet en onder de dekens is het lekker warm.