Pique du Canigou
Die zondagmiddag wandelde hij door de Markstraat van onze Geliefde Stad en passeerde de reisboekenwinkel die zich daar bevind op nummer twee. In de etalage hing een grote kaart van Frankrijk. Geen gewone kaart, maar een reliëfkaart die ook de hoogtes aangeeft. Rechts op de kaart, de grimmige verhogingen van de Alpen en onderin de puntige band die de Pyreneën heet. Hij bleef voor de etalage staan en zocht naar de plek in het zuiden van Frankrijk waar hij ooit gewoond had en vanwaar hij uitzicht had op de Pyreneën. Nou ja, uitsluitend bij heel helder weer dan …
Jaren geleden was hij neergestreken in het gehucht Cantausel (wat in de taal van de streek ‘vogelenzang’ betekent); een verzameling stenen waarvan slechts drie huizen bewoonbaar waren. Hij leefde daar alleen en onder primitieve omstandigheden. Goed, er was water, er was licht en er was een gasfles. Maar het huisje had geen douche. In de zomer was dat geen probleem omdat hij dan gebruik kon maken van een zelf ontworpen solaire-douche. Dat wil zeggen, hij had een hele lange tuinslang in cirkels op het dak gelegd. Als je de kraan niet te hard aanzette was het eerste water zelfs heet en daarna heerlijk lauw. Hij douchte zich in de open lucht en het water stroomde gewoon weg tussen de stenen. Er was ook geen w.c. in het huisje en je kakte ergens in de vrije natuur. Niet te dicht bij huis uiteraard. Enfin, het huisje had een heleboel niet. Maar het had twee dingen wél. Teweten; een hangmat en een fantastich uitzicht. Die hangmat had hij zelf meegenomen en opgehangen. Het uitzicht kreeg je erbij kado.
Hij woonde er al een paar weken en hij was even het huis uitgelopen. Bij terugkeer in de kamer wist-ie dat hij buiten iets gezien had wat zich eerder nog niet had laten zien. Maar wat? Hij keerde op zijn schreden terug, zocht de omgeving af en toen ineens zag hij het. In de verte rees de Pique du Canigou uit het dal op, bijna 2800 meter hoog en bedekt met eeuwige sneew. Zo machtig en groots alsof het een luchtspiegeling betrof en toch zo dichtbij dat hij even de neiging kreeg die reus over z’n witte kuif te aaien.
Dat was allemaal lang geleden, maar daar voor het raam van de boekwinkel had hij opnieuw dat magniefieke uitzicht op de witte kap van de ‘Canigou’ en kwam alles weer terug; de geur, de kleur en nimmer sleur. Sommige plaatjes zitten voor altijd achter je voorhoofd.