Narcis

Het zal u zijn ontgaan, maar ieder jaar -deze week precies drie op een rij- schrijft Jack in de lente steevast een stukje over een narcis die hij ergens tegenkomt. Een doodgewone narcis dus en die van dit jaar is te vinden in het bosje bloemen dat zijn vouw hem opdraagt voor haar te kopen. “Als je toch uien haalt van de markt, neem dan een bosje narcissen mee van die stal ernaast”, roept ze hem na.
Hij neemt vier bosjes mee. Het zijn dubbele narcissen, van die dikke trompetters, die Jack’s vrouw over twee vazen verdeelt om de kamer op te fleuren. Hij kijkt naar haar handen die de stelen snijden en hoe de bloemen aandachtig worden geschikt. Soms neemt ze er één terug, snijdt er nog een stukje af en zet hem er dan weer tussen.
Hij denkt even aan het verhaal waar deze gele bloemen hun naam aan te danken hebben: aan Narcissus, die zo ingenomen was met zichzelf, zichzelf zo mooi vond dat hij, terwijl hij zich spiegelde in het water van een vijver, bevangen raakte door zijn eigen aanblik, zich te ver voorover boog en toen verdronk. Waarom hij daaraan denkt, weet hij niet. Maar enfin, gedachten komen en gedachten gaan…
Nu zet zijn vrouw de vazen in de kamer; eentje naast de televisie, de ander op het glazen tafeltje naast de bank. Ze bekijkt het resultaat van een afstandje en hij op zijn beurt bekijkt haar. Ze is alweer een poosje terug van haar ‘weekje-weg’ en die eerste dagen na haar terugkomst had hij het gevoel alsof ze zijn met geurvlaggen afgebakende territorium was binnengedrongen. Eerst heeft hij dagen nodig om zonder haar zijn draai te vinden, daarna moet hij weer even lang wennen aan haar aanwezigheid.
Ze verzet de vaas naast de televisie een stukje, aanschouwt die verandering, draait zich dan plotseling naar hem om en zegt scherp: “Wat zit je nou naar me te kijken”.
“Och, zo maar”, zegt hij terug. En hij denkt, ik hou van haar en dat zegt hij dan ook. “Ik hou van je”. Ineens verdwijnt de kribbigheid van haar gezicht. Ze kijkt naar hem met blij verraste ogen alsof híj een tijdje is weggeweest inplaats van andersom.

Back To Top