Kwaaie stoffen

Jack’s moeder woont al enige jaren in het Hoefplan in een soort modern bejaardenoord van waaruit ze de buurt per rollator onveilig maakt. Ze is inmiddels 92 en vast van plan 100 te worden. Over elke ziekte heeft ze een mening, alsof ze hem daarmee buiten de deur kan houden. Kwalen; het is haar favoriete onderwerp.
Komt hij afgelopen zondag (moederdag) binnen met een lichte kuch, ze veert meteen op. ‘Dat klinkt niet best?, begint ze.
‘Och’, probeert hij haar bezorgdheid in te perken, ’tis niks’.
‘Je zou moeten stomen boven de hete kamille’, adviseert ze.
‘Tis niks’, herhaalt hij luchtig. Hij voelt een tweede kuchje kriebelen, maar slikt het haastig weg.
‘Ik heb anders nog wel wat hoestsiroop’, biedt ze aan.
‘Toch niet diezelfde siroop van laatst!’, roept hij met lichte schrik.
‘Daar was niks mis mee’, zegt ze venijnig. ‘Ik kan het toch ook niet helpen dat het ging gisten’.
‘Honing heeft de neiging te gaan gisten’, zegt hij nors. Hij denkt weer aan de ravage die haar zelf gebrouwen mengsel, dropwater met honing, in haar slaapkamer teweeg bracht. Het brouwsel was gaan gisten en de fles spatte uit elkaar, de hele slaapkamer van onder tot boven besprenkelend met dropwater. ‘Laat zo’n fles voortaan openstaan’, zegt hij nog maar eens ten overvloede en kucht weer zonder er bij na te denken.
‘Het zit goed vast bij je’, merkt ze op.
‘Er zit niks vast bij me’, windt hij zich op. ‘Ik heb gewoon de kriebel in m’n keel, dat is alles’.
‘Je zou ‘s nachts een ui onder je kussen moeten leggen’, adviseert ze door. ‘En aardappelschillen in een theedoek vouwen en die dan op je borstkas leggen om alle kwaaie stoffen uit je te trekken…’
‘Aan mijn kwade stoffen valt niks meer te verhelpen’, onderbreekt hij haar. ‘En zeker niet als jij zo doorgaat’.
‘Je zou meer naar je moeder moeten luisteren’, gaat ze door, want ze heeft graag het laatste woord.

Back To Top