Gastenboek (slot)
Hierbij zijn eigen bijdrage aan het gastenboek van dat kolossale Franse huis, waarvan slechts een deel bewoonbaar was omdat de verbouwing op zich liet wachten. Maar geen nood, plek zat zelfs nog voor het bezoek dat kwam aanwaaien en waarvoor een slaapkamer in de ‘pigionnier’ beschikbaar werd gesteld. Dat alles betekende Tsjechov-zomerse taferelen: met uitgebreide eetpartijen op het terras, lang nazitten met koffie en een Ratafia de Bourgogne, overgoten met ontboezemingen waar je thuis niet snel toe komt.
Overdag deed iedereen waar hij/zij zin in had; er werden lange wandelingen gemaakt, toeristische uitstapjes verzonnen, veldboeketten geplukt en de bloemen daarvan opgezocht in ‘Thieme’s natuurgids’. ‘Kijk pap, dit is een akkerwinde’.
Jack zat op zijn stoeltje voor het huis en keek naar de onthaastende schoonheid van het weidse landschap, naar de zwaluwen met hun sierlijke duikvluchten van en naar de zelfgebouwde kraamkamertjes, naar de imposante linde voor het huis, naar de veelbelovende(!) wijnstokken en de gemaaide korenvelden met de ronde schoven op de rollende heuvels. Lyrisch word je van zoiets… Soms had hij een goed gesprek met de dames koe achter de muur, die onder veel gesmak en gesnuif moeite hadden uit hun woorden te komen en het dan ook opgaven en gauw de schaduw opzochten van een boom, alsof Paulus Potter zelf ze daar neergezet had.
En dan, op nog geen kilometer van het huis en waarvan niemand gewag maakte in de romantische beschrijvingen van het gastenboek, alsof het er niet in toegelaten mocht worden, doorkliefde een hoge-snelheids-trein het dal met een snelheid die zijn naam eer aan deed en met het geluid van een overvliegende straaljager. Maar ook dat hoort bij Frankrijk, waar ze niet moeilijk doen over een beschadigd dalletje een of twee, want er blijven er nog een heleboel over zonder T.G.V. En bovendien, de vooruitgang is heilig. Of niet soms…?