Democratie
Hoera, we mochten weer gebruik maken van ons democratisch recht. Gister konden we weer fijn stemmen op een partij die er voor zorgt dat ook in de komende vier jaar de gemeentebelastingen weer zullen stijgen. Er ook in de toekomst weer parkeerwachters vanuit hun hinderlaag zullen toeslaan om je te bekeuren en dan niet om de publieke ruimte eerlijk te verdelen, maar alleen om de gemeentekas te spekken. En ook zullen er de komende jaren weer veel dertien-in-een-dozijn gebouwen worden neergezet in het historische centrum van onze geliefde stad omdat het aan allure ontbreekt. We worden door Geld geregeerd, het maakt niet uit waar we op stemmen. En naar aanleiding van die treurige conclusie bedacht hij het nu volgende verhaal.
PARABEL
Een hongerige leeuw, een vos en een ezel troffen elkaar op een open plek in het bos. De ezel, niet helemaal achterlijk, besefte dat hij een lekker hapje voor de leeuw betekende en stelde voor dat ze in democratisch verband zouden gaan samenwerken. ‘Bij alles wat we doen beslissen we samen en de meeste stemmen gelden, waarbij we elkaars mening zullen respecteren’, balkte de ezel.
De leeuw, die al de hele tijd verlekkerd naar zijn twee companen keek, riep: ‘Ja, dat is goed. Dan stel ik nu voor om bij wijze van voorafje mijn ergste honger te stillen met de vos’.
De vos daarentegen wilde liever het hele probleem uit de wereld helpen en suggereerde dat hij, hoewel het een hele kluif was, de leeuw zou gaan opeten. De leeuw en de vos keken nu naar de ezel in wiens handen hun lot lag. Maar de ezel kon niet besluiten hun prille samenwerking te verbreken en zei blij: ‘Als ik ervoor kies om zelf opgegeten te worden dan is er voor niemand een meerderheid…’
Toen riep de leeuw boven het knorren van zijn maag uit: ‘Beste kerel, omdat we met dit stemmen niet veel verder komen rest mij slechts uw mening te respecteren’. Waarbij hij zich op de ezel wierp, zijn strot doorbeet en hem vervolgens doodleuk begon te verorberen.
De vos, die toekeek hoe de leeuw de ezel wegkauwde, kreeg het vermoeden dat de honger van zijn overgebleven metgezel niet te stillen was: ‘Wat gaan we nu doen?’, vroeg hij benauwd toen de leeuw na afloop van het maal zijn lippen aflikte.
‘We gaan weer stemmen’, riep de leeuw vrolijk. Hij was in een uitstekende bui.
‘Dan zou ik u graag willen opeten’, zei de vos vlug.
‘En ik jou’, liet de leeuw weten.
‘Dit schiet niet op’, sprak de vos. ‘Daarom stel ik voor er weer een ezel bij te zoeken’
‘Dat is goed’, zei de leeuw. En samen gingen zij op weg.