City Kid 2
Het orgel waarvan sprake was in het vorige stukje (zie: www.nul72.nl) heette een antiquiteit te zijn, want het werd nog met de hand bediend. Dat wil zeggen, de lucht werd aangeblazen met een houten pomp die door de koster (lees Jack) op en neer moest worden bewogen tijdens het orgelspel. Dat was secuur werk en niet geschikt voor iemand met een kater, opgelopen de avond ervoor. Want pompte je te hard dan sloeg het orgel op hol en bij te weinig lucht, zakte het geluid in. Het orgel gaf ook nog ander werk. Het was namelijk opgenomen in enkele toeristische brochures en zo kon het gebeuren dat er midden in de week een bus met buitenlandse toeristen voor het gebouw stopte, de chauffeur aanbelde, en bij het openen van de voordeur stonden daar dan vijftig grijnzende Japanners voor je neus, die allemaal dolgraag het orgel wilden zien en horen. Dat eerste was te regelen, dat laatste niet…
De kerk waarin ze woonden behoorde tot de Vrijzinnig Hervormde Gemeente, met aan het hoofd een jong broekkie als dominee. Deze dominee heette Nico Terlinden en zou later uitgroeien tot een nationale bekendheid, als hofdominee. Toch was het juist dit domineetje dat Jack als afvallige de hand boven het hoofd hield. Eerlijk is eerlijk, zo pedant als hij nu op de buis overkomt, zo liberaal en ruimdenkend was hij toen in het dagelijks gebruik. Voorbeeldje: er was een zigeunerfamilie neergestreken tussen de dijken en de boeren in de omgeving vonden dat met z’n allen maar vreemd volk en wilden hen verwijderen uit de polder. En de dominee moest zich nergens mee bemoeien, want die was jong en moest nog veel leren. Toch wierp die ‘jongeling’ zich voor de zigeuners en wist hun verblijf te verlengen tot het moment dat ze uit zichzelf wegtrokken. En zo waren er meer gebeurtenissen waaruit bleek dat het predikantje met de bekakte stem niet voor de poes was en nog wel van zich zou laten horen… (Wordt vervolgd)