Van toen en NU 4

Toen zijn voorhoofd de spiegel raakte, het was niet tegen te houden, mengde het zweet daarop zich met het condens op het glas. Vanaf die plek begon een druppel een aarzelend spoor naar beneden te trekken en daarmee door de vage contouren van zijn gezicht. Er loopt een streepje door, dacht hij, maar met dat nuchtere grapje wist hij zichzelf niet meer tot de orde te roepen. Hij was al te ver heen. Zo ver, dat nu ook de spiegel op het spoor van de druppel leek te splijten en in de uitnodigende kier die ontstond zag hij een andere wereld, een wereld van weleer en die wereld wenkte hem. Was het door zijn gejaagde ademhaling dat hij zo licht werd in zijn hoofd? Hij zag zichzelf lopen door de Alkmaarse straten, jong en onbezonnen en onder een bevrijdend zwerk. Iemand -was hij het zelf?- riep hem: ‘Kom, stap door de spiegel heen. Waar was je al die tijd?’
Ik heb Jack gevraagd of hij met deze vertelling soms een sprookje wilde schrijven. Hij moest toch ook weten dat het nog nooit iemand gelukt is door een spiegel te stappen, terug in het verleden. Maar hij antwoordde dat in zijn verhaal nu eenmaal alles kan en alles mag. Het is maar wat je er zelf van maakt. Hij zei het met een aplomb waarmee hij altijd de grootste onzin voor waar kan verkopen. Zelfs stelde hij voor dat ik met hem mee kon gaan, terug in de tijd en ook dat ik, mocht ik daar behoefte aan hebben, altijd weer terug kon keren naar mijn huidige leventje. ‘Voor als je heimwee krijgt naar je kwalen’, zei hij smalend, ‘ en je bijeen gesprokkelde schijnzekerheden’. En met ogen waarin het vuur terugkeerde dat er in de laatste jaren uit verdwenen was, riep hij: ‘Geloof erin..! Alles mag en alles kan..!’. Abrupt en in zichzelf gekeerd zweeg hij en juist door dat plotselinge zwijgen voelde ik me meer dan door zijn woorden verbonden met hem. Maar ook daarin was ik alleen, want ineens en met weidse armgebaren, declameerde hij: ‘Laat varen al je mitsen en maren… Er ligt een schitterende toekomst achter ons’. Hij stond erbij als een mislukte acteur, zo weggelopen uit een amateurtoneelstuk en ik schoot in de lach. Hoe maf kan iemand zijn, liet mijn vrolijkheid hem weten. Maar ook dat hij me toch weer om zijn vinger gewonden had.

Back To Top