Wijnreis

Wijnreis

Was-ie ‘op’ wijnreis, zoals dat heet. Het zal je hobby maar zijn; wijn. Dan moet je onder de warme Franse zon op uitnodiging allerlei wijnhuizen aandoen en daar dan ook allerlei top-wijnen proeven. Daar moet je dan iets van vinden en ook als ze goddelijk lekker zijn, ze toch uitspugen. Veel gemener kan het leven niet zijn…?
Maar het ergste van alles is wel, dat bij die uitnodiging veelal een drie- of viergangen maaltijd wordt geserveerd van een niveau dat niet alle dagen langskomt, waardoor je bij thuiskomst je neus ophaalt voor een simpele lunch van een broodje kaas met een glas melk.
‘Je moet jezelf niet teveel verwennen’, hoorde Jack zijn negenennegentig jarige moeder onlangs zeggen. Met zo’n gereformeerd levensmotto kun je blijkbaar heel oud worden.
En dus was het afzien geblazen daar op Château de Beaucastel, waar op een lange tafel, in het grind en onder een schaduwrijke boom, een uitgebreide lunch op hen stond te wachten; gamba’s, eendenborst op een bedje van spelt, ratatouille, provençaals brood en aardebeien met room tot slot. Wat is er rijker dan aan een mooi gedekte tafel te zitten en met de wind in je haren passende wijnen te drinken uit prachtig glaswerk en die wijnen dan wél te mogen doorslikken. Dan maar niet honderd geworden!
Heel in de verte rees de Mont Ventoux uit het wijnlandschap omhoog. Een berg waar vandaag de dag iedereen toch wel minstens zes keer tegenop gefietst moet hebben als penitentie voor een overdadig leven. Zij gingen die berg met squads te lijf, crossend over smalle bergpaadjes tot een hoogte van duizend meter om te zien hoe de wijngaarden erbij lagen. Groeien er dan druiven op de hellingen van die berg? Jazeker. Dan moet u tijdens die helse fietstocht echt beter opletten. En Ventoux-wijnen zijn niet de minste en zeker niet waar het gaat om de wijnen van de familie Perrin, die ons eerder nog had uitgenodigd in Avignon, in het paleis van de enige Franse paus ooit; pape Clemens V. U weet wel, de paus die op zijn buitenverblijf in Châteauneuf druiven aanplantte en waar we hedentendage de Châteauneuf du Pape aan te danken hebben. Een beetje kerkgeschiedenis komt ook de smaak van dit hemelse vocht ten goede.
Daar in de onderste regionen van dit gebouw, bovenop de wijnkelder, en in de keuken van de toenmalige paus, zaten ze met hun groepje aan een grote vierkante tafel, die tegen een houtgestookt fornuis aan stond. Bij binnenkomst rook hij al de geur van het verbrande hout , vermengd met de dampende gerechten; kruiden, knoflook en een wolkje wijn. De bediening stond in het gareel, de koks (een ietwat norse Rus en een komische Fransman) hadden de messen geslepen en de langoustines staken met hun staart omhoog uit de pan, als leken ze hen daarmee een welkom te wuiven. Enfin, het werd een dolle boel van lekker eten en drinken, kwinkslagen en verhalen met loszittende tong daar in die keuken.
Won elk van zijn team de dag daarop ook nog een Châteauneuf du Pape 2008 van Beaucastel bij het jeu-de-boulen! Veel meer geluk kan een mens niet op…

Jacq. de Feyter
(voor meer: www.nul72.nl)

Back To Top