Van toen en NU 2

Enfin, internet en mobiele telefonie, wie dat uitgevonden heeft zou aan de oostzijde van de Waagtoren, daar waar een markering in het plaveisel eerdere bebouwing aangeeft, in een schandblok geslagen moeten worden en bespuugd door elke passant die zich gedomineerd weet door de zogenaamde zegeningen van het computertijdperk. Wee de samenleving waarin apparaten belangrijker worden dan mensen.
Soms vergat z’n bevallige dochter haar mobieltje ‘s avonds uit te zetten en hoorde hij, terwijl het hele huis in diepe rust verkeerde, het valse deuntje van dat onmogelijke ding z’n dromen binnendringen. Dromen waarin hij nog de baas was in huis en waarin iedereen gehoorzaam naar hem luisterde omdat hij het beste met zijn huisgenoten voor had en daarmee dus altijd gelijk.
Hij dronk wat water door zijn mond schuin onder de kraan te houden en omhoog komend bekeek hij zichzelf uitgebreid in de spiegel. Tsja, dat hield niet over. Z’n laatste haren wezen alle kanten op en de losse vellen van wang en keel leken een nachtlange bewerking in een kneedmachine te hebben ondergaan. Hij betastte die vormeloze massa met zijn vingertoppen, probeerde het deeg uit de plooi te duwen, maar z’n gezicht liet zich niet schikken. Z’n voorhoofd was in de loop der jaren driemaal zo hoog geworden en, zo leek het, zijn gedachten daarachter driemaal zo traag. Nee, wat hij zag, met ogen waaruit het heilige vuur verdwenen was, daarvan kon een mens onmogelijk blij aan een nieuwe dag beginnen. Nogmaals, ouder worden, het hield niet over en iedereen die beweert dat het verstand met de jaren komt is een grote jokkebrok, net als iedereen die zegt dat geld niet gelukkig maakt ook onwaarheid spreekt. Dergelijke volkswijsheden zijn niet anders dan zoethoudertjes, de ene om armoede te verkopen -geen geld is net zo min een garantie op geluk- en het andere is bedacht om de algehele afgang van het verouderen op te leuken. Zoveel verstand had-ie nog net wél vergaard in de loop der jaren…

Back To Top