Van Toen en nu 14
Hij moet in slaap gevallen zijn. Misschien een aantal samengeperste minuten, of was het langer. Hij wist het niet. Feit is, dat hij wakker schrok. Ze had hem toegedekt en allebei lagen ze er nu onder de dekens. Naar hem toegekeerd bekeek Magda hem met dromerige ogen. ‘Er zit zo veel spanning in je gezicht’, merkte ze op, ‘zelfs als je slaapt komt het niet tot rust’. Ze veegde z’n haren voor zijn ogen weg en tekende met haar vinger de rimpels op zijn voorhoofd na. ‘Dit denkcentrum zetten we even uit’, zei ze kordaat. Ze deed alsof ze een schakelaar op zijn slaap in de nulstand draaide.Toen begon ze in zijn borstharen te kroelen en verder naar beneden. De tijd nemend en speels leidde ze hem waar ze hem hebben wilde zodat alles, maar nu in een trager tempo, zich herhaalde wat eerder die avond ook al was gebeurd.
Door al dat bewegen was de schakelaar blijkbaar weer uit ‘de rust’ geschoten en in een hogere stand terecht gekomen, want nu viel hij na afloop niet meer in slaap. Magda wel; tegen hem aan gekropen en met een arm om hem heen. En vooral die arm begon hem te benauwen, alsof hij er door vastgehouden werd. Ik kan hier niet blijven, dacht hij. Als ik nu blijf, dan kom ik voorlopig niet meer weg uit Alkmaar. Hij gluurde achterom naar het slapende gezicht van Magda. Haar mascara was uitgelopen, vanaf haar ogen liepen er zwarte vegen omhoog waardoor er een verbaasde uitdrukking op haar gezicht lag. Even vroeg hij zich af hoeveel verbaasder ze zou zijn, wanneer ze ontdekte dat hij niet meer naast haar lag. Maar die gedachte duwde hij snel weg. Geduldig wachtte hij tot haar slaap zich verdiepte en hij haar zwaarder hoorde ademen. Zonder haar te willen wekken en daarmee haar vragen te vermijden (wat had hij moeten antwoorden?) maakte hij zich behoedzaam los uit haar omarming. Daarna draaide hij zich om, haar meenemend in die beweging. Centimeter voor centimeter schoof hij naar de rand van het bed, steeds wachtend om haar ademhaling te checken, en gleed toen behoedzaam uit haar sponde.