Het systeem (slot)
Ons aller Jackie heeft in het vorige stukje zijn opleiding tot machinebankwerker op de Ambachtschool aan de Bergerweg afgerond en weet inmiddels zeker dat-ie dat beroep nooit zal uitoefenen. Jaren later, toen Jack op weg was naar zijn twaalfde ambacht en nog thuis woonde, kwam er een meneer aan de deur, gestuurd door het Ministerie van Onderwijs, die aan zijn moeder kwam vragen -hijzelf was niet aanwezig- waarom haar zoon geen machinebankwerker was geworden, want die opleiding daartoe had de staat een klap geld gekost en wat was er nou mis aan het beroep van machinebankwerker? “Niets”, had zijn moeder geantwoord. “Maar ja, hij is iets anders gaan doen”.
Uiteindelijk duurde het nog jaren voordat hij zijn bestemming vond. Het is nooit leuk als je niet meteen weet wat je wilt worden. Op de herhaalde vragen “Wat doe je momenteel?”, moet hij dan het antwoord schuldig blijven. “Ik studeer”, mompelt-ie of hij jokt er wat op los dat hij schrijver is, want schrijven is de enige manier om zich te uiten in die jaren. Onderwijl probeert hij van alles uit en er moet toch geld verdiend worden.
En dan op een dag bedenkt hij een verhaal over een jongen die tijdens zijn werk aan de lopende band in opstand komt tegen zijn lot. Hij stormt de fabriek uit en in zijn woede op alles en iedereen geeft hij het eerste het beste gezicht dat hem tegenstaat, dat van een oude man, een beuk. In het tweede deel van datzelfde verhaal verplaatst hij zich in de oude man, die feitelijk in dezelfde situatie verkeert als zijn belager en door die dreun zijn bestaan herziet. In het plot grijpen die twee levens dan in elkaar. Dit in het kort…
Dat verhaal stuurt hij op naar een toonaangevend tijdschrift en het wordt gepubliceerd. Ineens lijken al die jaren van dwaling en niksnutterij van waarde te zijn geweest. Een schrijver is hij dan nog niet, maar voor de allereerste keer in zijn bestaan is hij blij dat-ie niet meteen wist wat hij wilde worden en dat hij nu niet meer hoeft te liegen over wat hij doet; hij studeert voor schrijver.