Halve Heilige (slot)
Tussen de vorige en deze column ligt een week, maar qua onderwerp ongeveer zestig jaar. Zestig jaar huwelijk van zijn ouders waarin hun verschillen voor het grootste deel werden uitgevochten onder het dak van het ouderlijk huis in de Blaeustraat hier ter stede. Zelfs in politiek opzicht konden ze het niet eens worden met elkaar en vaak hingen er gedurende de verkiezingstijd wervende biljetten van twee verschillende politieke partijen voor de ramen om nog eens extra te benadrukken dat het huis twee meningen herbergde.
Toen zijn ouders uiteindelijk moegestreden naar een aanleunwoning wilden verkassen en het huis moest worden verkocht, wierp Jack zich op als makelaar. Het huis verkopen waarin je bent opgegroeid valt niet mee. Wat moet je vragen voor vervlogen belevenissen waar een ander niets aan heeft.
“Die schoorsteen moet echt weg”, hoorde hij een gegadigde zeggen. De schoorsteenmantel waarop sinds jaar en dag alle familieportretten stonden.Vanuit een ooghoek zag hij zijn ouders ineen krimpen. Iemand anders testte de vloer door er hard op te stampen en weer zag hij zijn ouders schrikken. De vloer, die het toneel was geweest waarop ze hun heftige en ook wel komische teksten op elkaar hadden losgelaten. Maar enfin, altijd tuk op een complimentje van vooral zijn vader, werkte hij zich door al die gevoeligheden heen en deed hij zijn uiterste best een mooie prijs voor de ouderlijke woning te bedingen. “Hier is ook nog een kelder”, toonde hij de aspirant kopers en opende dan bedeesd de deur, bang dat alle herinneringen die daar opgeslagen lagen zouden ontsnappen. Toen hij uiteindelijk een aantrekkelijk bod kreeg op die ‘goed-onderhouden-erkerwoning’ en dat aan zijn ouders voorlegde, kwam zijn vader niet verder dan een minzaam: “Wat een geld”. En zijn moeder, die haar hele leven in competitie met haar zuster verkeerde, zei verguld: “Goh, wat zal Gre daarvan opkijken”. En zo bleef Jack, die niet anders dan zijn complimentje kwam ophalen, met lege handen zitten.
“Oude huizen zijn nu duurder dan nieuwe, wat een dwaze wereld”, zei zijn vader nog en bleef daarmee de Halve Heilige die hij altijd was geweest en waar je als gewone sterveling alleen maar tegenop kon kijken.