Grote meid
Eigenlijk mag hij helemaal niks meer over zijn dochter schrijven. Dat mag niet meer van haarzelf, omdat ze op school of daarbuiten niet meer wil worden aangesproken op de schrijfsels van haar vader. Ze heeft haar eigen leven, vindt ze en haar vader moet daar vanaf blijven.
Ze is al GROOT, vindt ze.
Ze hoeft nergens meer naar toe gebracht worden, vindt ze ook. Ophalen mag nog net wel, maar dan mag hij niet binnenkomen en al helemaal niet in de hal van haar school of van het een of andere feestgebouw gaan zitten wachten. Nee, hij moet beslist in de auto blijven zitten totdat ze uit zichzelf naar buiten komt. En dan deelt ze hem na een derdegraads verhoor mee dat het ‘leuk’ was. “Alleen maar leuk?”, waagt hij nog aan te dringen.
“Start de auto nu maar”, zegt ze nors, met haar aandacht bij degenen die het gebouw verlaten waar ze zojuist uitkwam.
Het zijn barre tijden voor vaders van meiden op haar leeftijd. Het kan nog jaren duren voor ze normaal aanspreekbaar is en hij weer de held is van weleer; de man die haar meetorste op zere schouders over buitenlandse markten, met haar de kinderboerderij bezocht, haar in het kinderzitje meevoerde Alkmaar uit de polder in en haar voorlas voor het slapengaan.
Nee, mevrouw heeft hem nu echt niet meer nodig. Nou goed, hooguit voor wat zakgeld en waag het niet om te vragen wat ze er mee gaat doen. “Je geeft het of je geeft het niet”, antwoordt ze dan brutaal.
Toch zit achter die stoere praatjes nog steeds dezelfde lieverd van toen en is ze ook nog steeds het favoriete onderwerp voor zijn stukjes, die zich makkelijk laten schrijven omdat al haar perikelen hem na aan het hart liggen. Misschien moet hij voorstellen die onderwerpen van haar te kopen om haar alvast enig ondernemerschap bij te brengen. “Jij krijgt van mij extra zakgeld voor elk stukje dat ik over je mag schrijven”. Uns horen wat ze daarop te zeggen heeft.