City Kid 3
Alle nieuwkomers, ook Jack’s gezin, werden door de dorpelingen met scepsis bekeken, en dan op z’n Noord-Hollands en net zo lang tot de kat uit de boom viel. Vooral nadat hij een uitkering had aangevraagd terwijl hij, vonden ze, toch gewoon in staat was om te werken, werd de argwaan groter. Hoe het dorp wist van die aanvraag, die uiteindelijk afgewezen werd, was een volmaakt raadsel. Niets blijft geheim in zo’n kleine dorpsgemeenschap en het was aan zijn vrouw te danken dat de scepsis langzaam veranderde in een soort welwillende verbazing. Zijn vrouw was naast het kerkje namelijk een crèche begonnen, waar alle ‘import’ de kinderen heen bracht om nog wat tijd voor zichzelf te hebben; op visite gaan, tennissen, creatief schilderen, weer op visite gaan en nog zo wat van die moderniteiten.
Die crèche was een idee dat ze hadden meegenomen uit Amerika. We hebben het hier over 1971 en misschien was het wel de eerste crèche in heel Nederland. De legendarische dokter Hoek uit Stompetoren steunde dit initiatief van harte. Als hij eens een afgelegen boerderij bezocht en daar de kinderen over het erf zag zwerven, prees hij de kinderopvang naast het Zwarte Kerkje aan. ‘Crèche, crèche?’, herhaalden de boer en zijn vrouw die woorden met een vies gezicht. ‘Wij hebben toch ook nooit op een crèche gezeten?’ Toch hield dokter Hoek vol, met alle tact die hij bezat en het was een glorieuze dag toen het eerste boerenkind zich meldde bij ‘Het Schooltje’, zoals het gebouw in de volksmond heette. Jack zelf probeerde ondertussen een mooi boek te schrijven, maar dat werd niet beschouwd als ‘werken’ en mischien was ‘t dat ook wel niet. Maar wat is werken dan wel? Dat is een interessante vraag, toen nog meer dan nu. Het boek is er uiteindelijk toch gekomen en werd door niemand in het dorp opgemerkt, laat staan gelezen. En zo bleven alle misverstanden over en weer bestaan.
Slot volgt