Bevrijding
‘Alles bij elkaar is hij een jaar ziek geweest’
Beide dames zaten op het terras in het Alkmaarse zonnetje. Het was 5 mei.
‘Ja, dat hoorde ik ook. Ik kwam hem tegen op Koninginnedag. Hij liep op het Ritsevoort zo’n beetje afscheid te nemen van iedereen die hij kende. ‘Hoe gaat het met je?, vroeg ik nog. ‘Ik ga dood’, zei-ie toen’
‘Ik wist ‘t vrij snel. Het was z’n prostaat. Helemaal uitgezaaid…’ Ze maakte haar schoen los van haar voet en liet hem aan haar tenen bungelen.
‘Sprak je hem nog wel eens?’
‘Nee, eigenlijk de laatste tijd niet meer. In ieder geval niet meer sinds dat gedoe’
‘Jullie waren gebrouilleerd?’
‘Nou gebrouilleerd… Ik sprak hem gewoon niet meer. Geen behoefte aan. Maar toen ik hoorde van zijn ziekte schrok ik wel’ De schoen wipte nu wild op en neer. ‘Nog meer dan anders drong het tot me door hoeveel ik meegemaakt heb met die man. Daar zou je een avondvullend programma over kunnen maken…’
‘Achtenvijftig’. Ze schopte tegen de schoen naast haar die daardoor op de grond viel en zei: ‘Hou es op met dat gewiebel…’
‘Nou zeg…’ schrok haar vriendin op en vervolgde, ‘hij was net zo oud als ik. Ik heb hem nu al twee dagen overleefd en bij alles wat ik zie moet ik daar aan denken. Dat zie jij nu niet meer, denk ik dan…’
‘Je hebt hem nooit opgezocht toen hij zo ziek was?’
‘Hij had mij ook kunnen opzoeken, of niet soms…?’ Met haar voet harkte ze de schoen weer naar zich toe.
‘Hij was doodziek’, riep de ander uit. ‘Daaraan wordt toch alles ondergeschikt?’
‘Nee, dat vind ik niet. Het was vreselijk voor hem dat-ie zo ziek werd. Dat gun je niemand. En verder basta. Ik heb hem letterlijk en figuurlijk overleefd. En geloof me, dat is een hele bevrijding, want ik heb lang gedacht dat ik niet zonder hem kon’ Ze schopte nu ook haar andere schoen uit. ‘Het blijkt dat ik dus wel zonder hem verder kan’, zei ze nog en wreef haar bevrijde voeten tevreden over elkaar.